Refroin
Lena mijn schone
Waarom laat gij mij alleen
Onder de bomen
Smeek ik U : ga toch niet heen
Zij komt stil nader
U mijn vriend vergeet ik niet
‘t Is de wil van mijn vader
En zijne wil die geschied
1.
Op een zomeravond, de wind ruiste zacht
Alles scheen ingetogen
Een jongeling staat daar in ‘t midden
van de nacht
Bedroefd het hoofd neergebogen
Maar in het struikgewas die klinkt
er een stem
‘t Is Lena ze komt nog tot hem
Z’omhelzen elkaar zo vurig te zaam
En zacht spreekt hij dan tot haar
2.
Van jongsaf O Lena heb ik U bemind
Toen waren wij nog maar zo kleine
Ik speelde met U, ik was uwen vriend
Ik denk nog aan die schone tijden
Maar ik die ben arm en gij die zijt rijk
Daarom bestaat geen huwelijk
‘t Is daarom dat gij, zo laat hier alleen
In eindloos en droef geween
3.
Vaarwel liefste vriend, hier is nog een ring
Aanschouw hem nog bij tussenpozen
Want vader heeft een andere vriend
Voor zijne dochter gekozen
Een laatste kus, het afscheid is wreed
Het harte gebroken door ‘t leed
Ze keert zich weerom, verdwijnt even ras
Terug in het struikgewas
4.
Des anderendaags ‘s morgens het dorp
was in feest
Met automobils en voituren
Eenieder die zong en allen blij van geest
Wat zou er nu toch gebeuren
De klokken die luiden, een trouwkoets
komt aan
Men rijdt daar vlug over de baan
Maar opeens verschrikt “te laat”
roept men daar
Men rijdt daar over eenen man
Slotrefroin
Bloed zag men stromen
Lena stapt uit de voituur
Viel op de dode
Het was ook haar laatste uur
Daar lag nu Lena
Samen met haren minnaar
Nooit verenigd op aarde
Maar in den hemel tegaar